gepubliceerd in: De Maasgouw, 138 (2019), nr. 3, p. 20-26

Antiquariaat  De Wereld aan de Wand

homepage
De Wereld aan de Wand
foto-overzicht
Collectie De Wereld aan de Wand
informatie
(school)wandkaarten
Publicaties

XXX
De schoolwandkaart van het 'Roermondse' vicariaat Tsingtao in China:
Kartografie met een missie


door Lowie Brink

Van een partij te koop staande, aardrijkskundige schoolwandkaarten van basisschool Willibrordus in Obbicht had ik geen hoge verwachtingen. Een paar provincies, Nederland, Europa, dat soort werk. Maar een onbekende, raadselachtige wandkaart uit 1937 van Tsingtao in China trok mijn aandacht. Dat is in Nederland toch nooit een onderwerp in de aardrijkskundeles geweest? Inderdaad, in Nederland niet, maar zoals hieronder zal blijken had deze wandkaart in Limburg wel degelijk een missie te vervullen.

In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw leek de belofte van een 'groote Missie-eeuw' uit te komen. Onder leiding van de voortvarende 'missiepausen' Benedictus XV (1914-1922) en Pius XI (1922-1939) groeide in deze jaren de missiebeweging uit tot een ware volksbeweging. [1] Bovendien stookten concurrentie van de protestantse zending en communistische dreiging het missievuur verder op. Zeker ook in Nederland sloeg de missiegedachte aan: nieuw opgerichte diocesane missiecomité's, missiecongressen, missietentoonstellingen, missieweken en missie-acties. Het aantal uitgezonden missionarissen, broeders en zusters was ongekend. Eén missioneringsgebied sprak daarbij traditiegetrouw bijzonder tot de verbeelding: China. Op het 'Eerste Nederlandsche Missiecongres' in 1921 werd dit land bestempeld als 'het missieland bij uitstek met 400 millioen heidenen dat met een uitgebreide geestelijke troepenmacht gekerstend zou moeten worden.' [2] Helaas was China ook een van de landen die uiterst moeizaam te 'kerstenen' bleek (afb. 1).

1. Omslag van het tijdschrift De Katholieke Missiën (april 1948) met als toelichting: 'Zijn pijpje laat de Chinees zich niet gauw ontnemen.'

EEN HEIDENSCH MILLIONENLAND

De eerste missioneringspogingen in China om 'het lot van den ongelukkigsten aller schepselen, den heiden' te verlichten dateren reeds uit de zevende eeuw. Maar de missie kreeg pas vaste voet aan de grond in de zestiende eeuw dankzij Franciscus Xaverius als wegbereider en dankzij Jezuïeten als Ruggieri en Ricci. Door onderlinge strijd en bloedige vervolging kwam aan deze bloeiperiode in de achttiende eeuw echter weer een einde. In de negentiende eeuw werd het economisch achtergebleven China een speelbal van het Westen en Japan. Na twee verloren 'Opiumoorlogen' werd China door het ondertekenen van de later zo genoemde 'Ongelijke Verdragen' gedwongen diverse havens open te stellen (1844, 1858) en concessiegebieden af te staan. Ook het keizerrijk Duitsland wilde niet achterblijven. Het wist na de moord op twee Duitse missionarissen in 1897 een Stützpunkt te verkrijgen aan de kust van het zuidelijk gedeelte van de provincie Shantung, namelijk de Kiaochow-baai en het daaraan gelegen destijds nog kleine havenstadje Tsingtao. Deze baai en de door de Duitsers rond 1900 aangelegde spoorlijn van Tsingtao naar het binnenland zijn op de schoolwandkaart in de rechter bovenhoek duidelijk te zien (afb. 2). Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog zou Tsingtao na een omstreden Japanse bezetting (1914-1922) weer deel uit gaan maken van China.

2. Schoolwandkaart van het Apostolisch vicariaat Tsingtao (Zuid Shantung) China ([1937], schaal 1:400.000, 90 x 111 cm, collectie De Wereld aan de Wand, Nijmegen). Rechtsonder drie inzetkaarten: Ons bisdom op dezelfde schaal als het bisdom Tsingtao, China en omgeving, Wereldkaart.

In eerste instantie leek de missie in China te profiteren van de 'Ongelijke Verdragen' door de daarin opgenomen vrijheid van geloofsverkondiging en bescherming van missionarissen. Het aantal bekeerlingen kon dan ook vanaf 1844 tot halverwege de twintigste eeuw gestaag blijven groeien. Maar de verstrengeling van politiek en missie berokkende de missionering in China ook veel blijvende schade, aangezien de Chinese vreemdelingenhaat zich ook tegen missiepersoneel en bekeerlingen keerde (bloedbad van Tientsin, 1871 en Bokseropstand, 1898-1900). Na de val van het keizerrijk in 1911 en de daarop volgende modernisering van de Chinese maatschappij kon de missie verder opbloeien ondanks burgeroorlogen en anti-imperialistische onlusten. Het is niet verwonderlijk dat Rome de vloek van de 'Ongelijke Verdragen' heeft geprobeerd te bezweren door de stichting van een inheemse kerk sterk te bevorderen. Zo werden al vroeg zes Chinese bischoppen gewijd (1926), drie universiteiten gesticht en werd in 1946 de kerkelijke hiërarchie opgericht. De Chinese communisten zouden desondanks in de jaren veertig duidelijk maken dat de vloek nog steeds van kracht was.

Rond 1880 werd de afgedwongen godsdienstvrijheid echter nog als een zegen gezien, en waren grote delen van het land verdeeld onder missionerende orden en congregaties. De Franciscanen zetelden in de provincie Shantung, maar het zuidelijk gedeelte daarvan was nog een 'onbewerkte akker'. Niet zo vreemd aangezien roversbenden, overstromingen en bergachtig terrein de bekering van het dichtbevolkte gebied bemoeilijkten. Ook was Shantung de geboortestreek van Confucius en Mencius en dus voor veel Chinezen heilige grond. Waren hier nog vrijwilligers voor het missiewerk te vinden? Het toeval wilde dat in 1879 bij het nog piepjonge Gezelschap van het Goddelijk Woord oftewel Societas Verbi Divini (SVD) de eerste twee opgeleide missionarissen stonden te popelen om vanuit het Limburgse Steijl naar China te vertrekken.

EEN MISSIEBURCHT IN STEIJL

Het eerste missiehuis van de SVD in Steijl was bepaald geen imposante burcht te noemen. De ligging was echter wel strategisch. De Duitse priester Arnold Janssen wilde een opleiding van priester-missionarissen oprichten maar werd door antikerkelijke wetten in Duitsland (de Kulturkampf) gedwarsboomd. Hij week daarom uit naar Steijl, vlak over de grens, kocht daar in 1875 een eenvoudige herberg aan de Maas en stichtte de eerste missiecongregatie van Nederland. De herberg zou in de loop der jaren uitgroeien tot een enorm kloostercomplex, en ook in veel andere West- en Midden-Europese plaatsen zouden imposante SVD-missiehuizen verschijnen. [3] Zo had de zelfstandige Nederlandse afdeling van de SVD vestigingen in Uden (later verhuisd naar Deurne), Teteringen, Helvoirt en Soesterberg. De eerste SVD-missionarissen werkten vanaf 1882 alleen in Zuid-Shantung, maar na circa 1890 waren ze in bijna elk werelddeel actief (afb. 3). De congregatie was innovatief op de gebieden publiciteit en wetenschap. [4] Stichter Arnold Janssen zag al het grote belang in van het 'apostolaat van de pers', en het is een vast onderdeel van het missiewerk van de SVD gebleven. Grote drukkerijen onder meer in Steijl en in het missiehuis St. Gabriël bij Wenen produceerden een stortvloed aan tijdschriften (zoals De Katholieke Missiën), almanakken (zoals St. Michaels-Almanak), kalenders en boeken. Zelfs in China waren drukkerijen actief. Missiepropaganda werd door de SVD ook gevoerd door middel van films, lichtbeelden, congressen, boekhandels en missiemusea. Het leverde de missiehuizen natuurlijk ook de nodige inkomsten op. Gekscherend werd daarom SVD ook wel uitgelegd als 'Sie verkaufen Drucksachen'. De congregatie moedigde wetenschappelijk werk van de SVD-missionarissen aan. In veel wetenschappelijke Duitstalige publicaties op het gebied van etnologie, godsdienstwetenschap en missiologie duikt de afkorting SVD dan ook op achter de auteursnaam. Bekende voorbeelden zijn de paters Schwager, Schmidt (tijdschrift en instituut Anthropos) en Freitag. Verder bestaan er opvallend veel atlassen van missiegebieden (algemeen of alleen SVD) die door SVD-paters zijn vervaardigd. Niet zo verwonderlijk als men bedenkt dat de SVD waarschijnlijk als enige congregatie beschikte over een eigen kartografisch instituut.

3. Illustratie uit de Steyler Missionsbote (november 1940, p. 25). Elk zwart cirkeltje met een cijfer (1-29) stelt een missiegebied van de SVD voor.

EEN VICARIAAT IN GEVAAR

Jezuïeten, Dominicanen en Franciscanen probeerden al voor 1800 zielen te winnen in de Chinese provincie Shantung maar de resultaten waren niet blijvend. Vanaf 1840 kwamen de Franciscanen weer terug waarbij Zuid-Shantung echter onontgonnen bleef. Zoals gezegd was dit in 1882 een buitenkans voor de SVD, en in 1885 was het apostolisch vicariaat (missiegebied) Zuid-Shantung (later Yenchowfu genaamd) een feit. De sterke aanwas van christenen maakte het noodzakelijk in 1925 het oostelijk deel, de apostolische prefectuur Tsingtao, af te splitsen. De prefectuur werd in 1928 tot vicariaat verheven met Georg Weig SVD als bisschop. Het op de schoolwandkaart afgebeelde vicariaat was dus nog slechts negen jaar jong toen de kaart verscheen. De kaart vermeldt een oppervlak van het vicariaat van 35.000 km2 ('zoo groot als Nederland') en een inwonertal van zeven miljoen. Het gebied is bergachtig met vruchtbare, dichtbevolkte dalen waar landbouw het hoofdmiddel van bestaan is. Het was destijds ingedeeld in twaalf politieke districten (alle met zwarte stippellijnen aangegeven op de kaart) en kerkelijk decanaten (eerst vier, later zeven; niet aangegeven). De missiearbeid van de enkele tientallen SVD-paters in dit gebied bestond uit directe methoden (prediking, bekering, doop, vorming christengemeenten) en indirecte methoden (scholen, kleinseminarie, weeshuizen, ziekenhuizen, drukkerij). [5] Het bleek zo succesvol dat in 1938 geconcludeerd kon worden dat 'het Katholicisme in Tsingtao vasten voet heeft verkregen.' [6] De resultaten zijn opmerkelijk gezien de lange reeks plagen die het missiewerk moest zien te overwinnen: natuurrampen, priestertekort, sectarisme, vervolgingen, roversbenden, burgeroorlog en strijd tussen China en Japan. Een in 1933 opgedoken plaag leek echter het nog jonge vicariaat noodlottig te worden. In oktober 1934 werd de geldstroom uit Duitsland door de nationaalsocialisten geheel gesperrt. [7] De onhoudbare situatie die dat opleverde noodzaakte bisschop Weig eind 1935 halsoverkop naar Europa te vertrekken en hulp te zoeken in Steijl, Roermond en Rome.

ZONDER PROPAGANDA GAAT NIETS

Na een lange reis via de gedwongen omweg Japan-Amerika had Mgr. Weig op 30 januari 1936 een 'unvergeßliche Audienz' bij de paus in Rome [8], maar het leverde geen extra pecunia voor zijn vicariaat op. Een daaropvolgend gesprek in Roermond met collega-bisschop Giel Lemmens van Roermond was met minder ceremonieel omgeven maar wierp wel vruchten af. [9] De in Limburg 'Vader-Bisschop' genoemde Lemmens was bereid vicariaat Tsingtao te adopteren (dat was de gebruikte term) door het financieel te ondersteunen. Een dergelijke blijvende band tussen een bisdom en een vicariaat was een noviteit in de katholieke kerk. Het had daarom speciale toestemming nodig van de Congregatie van de Propaganda Fide in Rome, die bevreesd was voor lagere opbrengsten van de drie pauselijke missiegenootschappen in bisdom Roermond. Maar na de toezegging dat circa de helft van de inkomsten van de adoptie-actie zou worden afgedragen aan Rome werd deze toestemming verleend, en kon de adoptie in mei 1936 bekend worden gemaakt. Het nieuws werd in het geadopteerde vicariaat met vreugde ontvangen: 'Alle missionarissen zijn zoo blij en gelukkig met de adoptie, want zij beseffen zoo goed, dat zij zonder U niet verder kunnen missioneeren.' [10]

4. Prof.dr. Frans Feron tijdens een van zijn vele toespraken. Afbeelding in R. de la Haye en P. Hamans, Bisdom langs de Maas (Maastricht 2010²) 566.

De praktische leiding van de Tsingtao-actie kwam te liggen bij Frans Feron, een autoriteit in het bisdom [11] en later de 'ziel van de Tsingtao-missie' [12] genoemd (afb. 4). Hij was hoogleraar aan en president van het grootseminarie in Roermond en tevens president van het diocesane missiecomité. Door zijn gedrevenheid en grote liefde voor de missie 'stond het bisdom Roermond in de jaren dertig aan de top van de landelijke missieactie'. [13] Waarschijnlijk heeft Feron die zomer nauwelijks vakantie kunnen vieren aangezien de plannen voor de Tsingtao-actie al in augustus 1936 ontvouwd konden worden. De 'propaganda' voor de actie en de inzameling van de collectegelden werden 'van Eijsden tot Mook' groots aangepakt:
-plaatsing van 37.500 missiebusjes (afb. 5) bij gezinnen voor de 'één cent per dag actie'; [14]
-verspreiding van 500.000 gebedjes;
-organisatie van grote 'propaganda-vergaderingen' voor zelatricen en zelateurs (onder meer bij de SVD in Steijl);
-uitgave door het diocesane missiecomité van een gratis tweemaandelijks missietijdschrift Stella Duce (oplage 40.000, 1936-1941) 'speciaal gewijd aan de missie in het vicariaat Tsingtao'. [15]
Verder werden de jeugdbeweging en parochies aangespoord de actie te ondersteunen ('iedere parochie moest zijn mooien Tsingtao-avond hebben' [16]). De opbrengst van de actie was naar wens. Na ruim een jaar (januari 1938) was er een kleine 60.000 gulden opgehaald. Na aftrek van kosten en afdracht aan de pauselijke genootschappen kon Mgr. Weig met een cheque van 30.000 gulden verblijd worden. Het nieuwe doel voor 1938 was nog ambitieuzer: 'Als het Gode behaagt halen wij in 1938 honderduizend gulden.' [17] 'Nooit, werkelijk nooit is zooveel voor de Missie gedaan in ons Bisdom' [18], volgens Feron, 'der General der Roermondschen Missionsaktion'. [19] En dan hebben we het nog niet eens over de missie-actie in de Limburgse scholen gehad.

5. Missiebusje van de Tsingtao-actie. Op de achterzijde staat vermeld 'Dioc. Missiecomité, Roermond' (Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, Sint Agatha, voorwerpencollectie, collectie Joke van Gils-Elings).

ROOMSCHE AARDRIJKSKUNDE

Door de opkomst van de missiebeweging in het begin van de twintigste eeuw ontstond er ook aandacht voor missie-actie in de school. Het 'machtige opvoederscorps der onderwijzers' [20] moest worden ingezet om de missiegedachte op ongedwongen wijze 'als een gouden draad door heel het onderwijs' te weven. [21] Een school zonder missie-actie mocht zich eigenlijk geen katholieke school meer noemen. Niet vreemd dus dat Feron direct vanaf de start van de Tsingtao-actie alle Limburgse onderwijzers 'op het hart drukte om deze nieuwe actie met alle kracht en liefde op de school te propageeren'. [22] Het hoofdbestuur van de R.K. Limburgse Onderwijzersbond zegde zijn medewerking toe, en vanaf september 1936 werden er regelmatig grote, goed bezochte 'propaganda-vergaderingen' gehouden voor onderwijzers, onder meer in Steijl en Valkenburg. Een korte handleiding over 'onze missie' was gratis beschikbaar voor onderwijzers, en ze werden aangemoedigd 'onderwijzers-missie-clubjes' te stichten. [23] Ook konden seminaristen uit Roermond op verzoek in de scholen spreken over 'ons eigen missieland'.

Elke onderwijzer bepaalde natuurlijk zelf hoe hij het missiewerk in de school bracht. Maar het onderwijs in de aardrijkskunde zal daarbij vaak gebruikt zijn, omdat het 'als het ware uitnodigt om de missie erin te betrekken.' [24] Zo kon bij de behandeling van Nederland gewezen worden op de belangrijkste missiehuizen, bij die van Nederlands Indië op de diverse missiegebieden en bij die van China op het feit dat 397 miljoen van de 400 miljoen Chinezen 'den Christus nog niet kennen'. [25] Afgezien van twee missieschoolwandkaarten en een missieschoolatlas (alle drie van Nederlands Indië) bestonden er geen leermiddelen die de onderwijzer daarbij behulpzaam konden zijn. Het was Feron dan ook al in mei 1936 duidelijk dat er voor de Tsingtao-actie in de scholen een schoolwandkaart moest worden vervaardigd: 'Kaarten van Tsingtao zullen in de scholen worden opgehangen.' [26] En vrij snel daarna, in februari 1937, kon Feron tevreden mededelen: 'De kaart van Tsingtao kwam klaar. Een circulaire werd gericht aan hoofden van R.K. Scholen. (…) Eén kaart werd gratis aangeboden.' [27] Gezien het aantal katholieke scholen in die tijd zullen er circa 500 exemplaren gedrukt zijn. Gratis was overigens alleen de papieren kaart. 'Voor een opgeplakte kaart (op linnen aan stokken) moest een beetje worden betaald (f 3,50).' [28] Vermoedelijk kozen veel scholen voor de gratis kaart, en dat verklaart de zeldzaamheid van de schoolwandkaart gezien de geringe overlevingskans van grote, niet opgeplakte kaarten.

Feron was gedreven maar werd ook als dominant en dictatoriaal gezien. [29] Waarschijnlijk moet de productie van de schoolwandkaart (evenals de organisatie van de rest van de Tsingtao-actie) grotendeels aan Feron worden toegeschreven. De uitgave van de kaart moest wel worden uitbesteed, maar ook dan was Feron op de achtergrond aanwezig. De op de kaart vermelde uitgever, Antoon Peters, eigenaar van een 'Technische Boekhandel' in Lutterade, was een zwager van Feron.

DOOR KENNIS EEN BAND

Er is maar heel weinig bekend over hoe met schoolwandkaarten gewerkt werd in aardrijkskundelessen. De werkwijze was niet voorgeschreven, werd niet vastgelegd en iedere onderwijzer of leraar had er zijn eigen ideeën over. Het geldt ook voor de schoolwandkaart van Tsingtao uit 1937, maar Feron hield de onderwijzer wel duidelijk het met de kaart te bereiken doel voor: 'Neemt nu uw kaartje van Tsingtao en bestudeert den toestand (…) en vertelt daarover aan de kinderen in school. (…) Hoe beter wij ons Missie-Bisdom kennen, des te meer zullen wij er voor doen.' [30] Gebruikmakend van de gratis handleiding over Tsingtao en met de schoolwandkaart voor de klas moet het voor een onderwijzer een koud kunstje zijn geweest om de aardrijkskundige kennis van de leerlingen over Tsingtao te vergroten en dus de band ermee te verstevigen. Zo zou bijvoorbeeld begonnen kunnen worden met de belangrijkste stad en bisschopszetel Tsingtao (afb. 6): strategisch gelegen en felbevochte havenstad, sterke economische groei, veel missie-activiteiten en sinds 1934 in het trotse bezit van wellicht de mooiste kerk van China: de St. Michaëlskathedraal (onderwijzer laat een foto van de kerk rondgaan). De economisch belangrijke spoorlijn (kolen) maakt een bocht om de baai en doet handelscentrum Kiaochow aan en vervolgens Kaomi, na Tsingtao het tweede missiecentrum met een kleinseminarie en met liefst 5.500 katholieken in het district Kaomi (onderwijzer wijst op alle christengemeenschappen in de buurt van de stad Kaomi). Enzovoort enzovoort. Het is goed voor te stellen dat de schoolwandkaart in de onderwijspraktijk bruikbaar was om de band met 'onze buitenbezitting' te versterken.

6. Detail (stad Tsingtao en omgeving) van de schoolwandkaart van het Apostolisch vicariaat Tsingtao. De rode namen geven parochies aan.

Kartografisch gezien is er echter wel een en ander op de kaart aan te merken. De korte productietijd en de nieuwheid van het onderwerp zullen daarbij een rol gespeeld hebben. Positief is dat de ligging van Tsingtao duidelijk wordt gemaakt door twee inzetkaartjes rechtsonder (China in de wereld en Tsingtao in China). Verder wordt de grootte van het vicariaat voorstelbaar gemaakt door het derde inzetkaartje met een afbeelding van 'ons bisdom' op dezelfde schaal als die van de hoofdkaart. Prijzenswaardig is ook de schaalvermelding: zowel numeriek (1:400.000) als door middel van een schaalstok (12.5 cm op de kaart is 50 km). Ten slotte maakt de kaart in één oogopslag de verspreiding van de christelijke bevolking duidelijk door de vele zwarte plaatssymbolen. Minder te spreken zijn we over de volgende eigenschappen:
-de reliëfweergave van het bergachtige terrein is geheel achterwege gebleven, zodat bijvoorbeeld informatie ontbreekt over de bereikbaarheid van de christengemeenschappen;
-de lichtblauwe rivierlijnen zijn te dun en daardoor op een afstand slecht waarneembaar; de grotere rivieren vallen verder niet op tussen de kleinere;
-de legenda had logischer gekund (afb. 7): plaatsen met meer christenen zouden meer visueel gewicht moeten hebben (vergelijk minder dan 50 met 50-100) en de 'grote plaatsen' lijken zonder christenen te zijn;
-de rode namen binnen het vicariaat lijken streeknamen maar zijn parochienamen; dit wordt echter nergens verklaard.
De wat eigenzinnige kartografische uitvoering roept de vraag op hoe en door wie deze kaart eigenlijk vervaardigd is.

7. Legenda van de schoolwandkaart van het Apostolisch vicariaat Tsingtao. Een missiestatie is waarschijnlijk een grote missiepost met kerk.

ANONIEME MISSIEKARTOGRAFIE

Het klinkt misschien vreemd maar om kaarten te maken zijn kaarten nodig. In het geval van Zuid-Shantung was de beschikbaarheid van kaarten destijds zeer beperkt. Afgezien van moeilijk verkrijgbare Chinese en Duitse militaire stafkaarten bestond er voor 1950 maar één publiekelijk beschikbare geografische overzichtskaart van dit gebied: Die apostolischen Vikariate Yenchowfu und Tsingtao, in 1931 verschenen in de Atlas der Arbeitsfelder der Gesellschaft des Göttl. Wortes (afb. 8). Deze atlas verscheen anoniem, maar de kaartenmaker was natuurlijk een SVD-pater: Karl Streit, 'een der stille, maar noeste werkers uit ons Missiehuis Steijl'. [31] Na 1918 verhuisde hij echter naar Oostenrijk, waar hij in het SVD-missiehuis St. Gabriël bij Wenen eind jaren twintig een Missionskartographisches Institut stichtte. [32] Een dergelijk instituut was een unicum in de wereld. Streit pionierde in 1906 met een Katholischer Missionsatlas en in 1913 met een Atlas Hierarchicus. Beide atlassen kregen bekendheid in de katholieke wereld. De kaarten zijn in dezelfde stijl als die in zijn Atlas der Arbeitsfelder (afb. 8): overzichtelijk, zorgvuldig en met een fraaie reliëfweergave. Streit was in de eerste helft van de twintigste eeuw vrijwel de enige die de missiekartografie bevorderde: 'eine ganz junge Wissenschaft, die fast noch in ihren Anfängen steht.' [33] Hij zou na zijn overlijden in 1935 worden opgevolgd door een andere SVD-pater, Heinrich Emmerich. Deze zou in 1952 een nieuwe Atlas SVD produceren omdat de atlas van Streit uit 1931 'weithin überholt' was. [34] Zeker ook de kaarten van de Chinese bisdommen (voorheen vicariaten) vertonen aanzienlijke verbeteringen van bijvoorbeeld de kustlijnen, grenzen, rivieren en reliëf. Streit klaagde in 1930 dan ook over de Duitse [35] en Chinese bronkaarten: 'So existiert von China nicht eine, wirklich ganz zuverlässige Karte.' [36] De kaarten van de Atlas der Arbeitsfelder van Streit zijn ondanks de genoemde onnauwkeurigheden toch zeer bruikbaar. Het is bijvoorbeeld opvallend hoe vaak deze kaarten opduiken in artikelen in het informatieve tijdschrift Steyler Missionsbote. Hebben de makers van de schoolwandkaart van Tsingtao Streits overzichtskaart ook gebruikt?

8. Rechter gedeelte van de kaart Die apostolischen Vikariate Yenchowfu und Tsingtao in de Atlas der Arbeitsfelder der Gesellschaft des Göttl. Wortes (1931, schaal 1:1.800.000, 18 x 40 cm, collectie Radboud Universiteitsbibliotheek, Nijmegen).

Vergelijking van de schoolwandkaart (afb. 2) met Streits kaart (afb. 8) toont meteen aan dat Streits kartografisch instituut geen direct aandeel heeft gehad in de tekening van de schoolwandkaart. Deze laatste heeft een geheel andere kaartstijl, vertoont geen reliëf en bevat - zoals genoemd - enkele onprofessionele eigenschappen. De korte productietijd wijst verder niet op kaartfabricage in Oostenrijk. De twee kaarten vertonen wel een onmiskenbare gelijkenis wat betreft grenzen en rivierlopen (die op beide kaarten dus niet erg nauwkeurig zijn, zie hierboven). Streits kaartontwerp is dus blijkbaar gebruikt maar de invloed op de schoolwandkaart verliep via een tussenstap. Het 'Steyler Missionswissenschaftliches Institut' in Sankt Augustin beschikt namelijk over een wandkaart die de missing link vormt. De kaart (schaal 1:400.000, geen auteur vermeld) heeft de Latijnse titel Vicariatus apostolicus de Tsingtao en is rond 1933 door de SVD-missionarissen in Tsingtao in eigen beheer uitgegeven en gedrukt door de 'Typographia Missionis Catholicae, Tsingtao, Shantung'. Hij is gebaseerd op Streits kaart uit 1931 met weglating van het reliëf maar met toevoeging van een groot aantal christengemeenten en straatwegen. Deze laatste gegevens waren natuurlijk in het vicariaat relatief eenvoudig bijeen te brengen. De schoolwandkaart is verkregen door de 'Vicariatus'-kaart (destijds natuurlijk ook beschikbaar in het 'moederhuis' in Steijl) nauwgezet en op ware grootte over te nemen. Wel zijn daarbij alle met Chinese schrifttekens aangeduide plaatsnamen weggelaten, hetgeen verklaart waarom veel kleinere plaatsen onbenoemd zijn. Deze tekens hadden op de schoolwandkaart vanzelfsprekend geen nut, ofschoon het de kaart wel een intrigerend, Chinees karakter had kunnen verlenen.

Ten slotte zitten we nog met de vraag wie de schoolwandkaart getekend heeft. Uitgever (Peters in Lutterade) en drukker (Marchand-Paap-Strooker in Den Haag) worden netjes vermeld maar een auteur helaas niet. Kaarttekenen is een tijdrovende bezigheid en Feron zelf had daar waarschijnlijk geen tijd voor. Hij heeft wel iemand ervoor weten te strikken. Niet via de R.K. Limburgse Onderwijzersbond aangezien over de schoolwandkaart niets te vinden is in Het Katholieke Schoolblad. Feron laat zich lovend uit over 'zijn' seminaristen van het Roermondse grootseminarie: 'die, al is dat niet bekend, zooveel voor deze [Tsingtao-]actie doen.' [37] Ook waren ze al in 1932 een Seminarie-missieblad begonnen, en hadden ze in 1935 een missievereniging gesticht. Wellicht dat er tussen deze missievrienden iemand met tekenvaardigheden zat? Maar er was nog een club missiehelpers in Roermond (en dus dicht bij Feron): de 'Onderwijzers-Missieclub St. Servaas'. Deze organiseerde in de jaren dertig missievergaderingen en uitvoeringen (met opbrengsten voor de missie) en stelde in 1939 een boekje samen getiteld Missie en School. Dit had geen auteursvermelding: 'de ijverige bewerkers waren te bescheiden om hun naam voorop te plaatsen' volgens Feron in het voorwoord. [38] Ook deze clubleden zouden Feron graag met kaartwerk geholpen willen hebben. Al met al is er geen zekerheid te geven. [39] De maker van de schoolwandkaart wilde anoniem blijven, en dat is hem tot nu toe gelukt.

VAN DE KAART GEVEEGD

Rome had blijkbaar haast met de missie in China, want op 1 juli 1937 werd het westelijk deel van vicariaat Tsingtao afgesplitst en verheven tot vicariaat Ichowfu met Karl Weber SVD als bisschop. Het bisdom Roermond zat dus een jaar na de adoptie al met twee adoptievicariaten opgezadeld (afb. 9). Het nieuwe vicariaat was echter onder een onheilspellend gesternte geboren. Op 7 juli brak de oorlog tussen China en Japan los, en in januari 1938 had Japan beide vicariaten overmeesterd. In vicariaat Tsingtao viel de oorlogsschade nog mee en kon het missiewerk doorgaan. In vicariaat Ichowfu was de uitwerking echter rampzalig: 'Eine Station nach der andern wurde geplündert und meist zerstört.' [40] Het was een gevolg van de Japanse bezetting maar vooral ook van de 'Religions- und Missionshaß' van de Chinese communisten, die het platteland geleidelijk in handen kregen. De kersverse bisschop Weber werd wel de 'ärmste Missionsbischof der Welt' genoemd. [41] De capitulatie van Japan in 1945 bracht geen leniging van de nood. Ook vicariaat Tsingtao werd nu door de 'rote Horden' binnengevallen en belangrijke missieposten (Chucheng, Kaomi, Kiaochow en Tsimo) werden geruïneerd en moesten worden opgegeven. Alleen de stad Tsingtao was nog door de aanwezigheid van Amerikaanse troepen tot 1949 'het laatste vrije gebied' van het vicariaat. [42] Vanaf 1949 was geheel China voor de RK kerk verloren, en alle priesters, broeders en zusters moesten hun levenswerk uit handen geven.

9. Schoolwandkaart van het Apostolisch vicariaat Tsingtao met aanpassingen door de auteur; paarse lijn: in 1937 vastgestelde grens tussen vicariaat Ichowfu en vicariaat Tsingtao; rood: acties van de Chinese communisten 1937-1949.

Door de Tweede Wereldoorlog stierf ook de Tsingtao-actie in Nederland een langzame dood. Er was geen toestemming meer voor missie-inzamelingen en het tijdschrift Stella Duce verscheen in 1941 voor de laatste keer. De schoolwandkaart raakte al snel in onbruik. In het diocesane weekblad Credo sprak Feron in 1949 nog dapper over 'ons Tsingtao', maar de twee adoptievicariaten waren toen al bijna van de kaart geveegd. Al de met missieliefde opgebrachte 'millioenen centjes' waren in rook opgegaan. Het was een voorproefje van wat het missieleven in Nederland nog te wachten stond. De beschrijver van de Nederlandse missiegeschiedenis Jan Derix vond het in 2008 'pijnlijk' om vast te stellen hoe snel 'het missiebewustzijn de laatste jaren uit het collectief geheugen van katholiek Nederland is verdwenen.' [43] Maar de onfortuinlijke bisschop Weber legde reeds in 1938 de handen in de schoot en sprak: 'De Heer heeft het ons gegeven, de Heer heeft het ons genomen.' [44]


Noten

-1. C. Dujardin, 'In het teken van de moderniteit: de professionalisering van het missieapostolaat in China (1870-1940)', Trajecta 5 (1996) 353; J. Roes, Het groote missieuur 1915-1940 (Bilthoven 1974) 8.
-2. J. Smit, Eerste Nederlandsche missiecongres (Leiden 1921) 44-45.
-3. Anon., 75 Jahre im Dienste des Göttlichen Wortes ([Steyl] 1950).
-4. J. Derix, Brengers van de boodschap (Nijmegen 2009) 266-267.
-5. J. Thauren, Die Missionen der Gesellschaft des Göttl. Wortes in den Heidenländern. Die Missionen in Schantung (Kaldenkirchen 1931).
-6. Anon., 'Onze missie Tsingtao', Limburger Koerier, 8 oktober 1938.
-7. G. Weig, 'Zehn Jahre Tsingtau-Mission', Steyler Missionsbote 63 (1935/36) 87.
-8. G. Weig, 'Jahresbericht der Tsingtau-Mission 1936', Steyler Missionsbote 64 (1936/37) 85.
-9. Anon., 'Een nieuwe vorm: Roermond adopteert', De Tijd, 28 mei 1936.
-10. Anon., 'Brieven uit Tsingtao', Limburgsch Dagblad, 16 mei 1939.
-11. R. de la Haye en P. Hamans, Bisdom langs de Maas (Maastricht 2010²) 578-580.
-12. Anon., 'Missieavond', Nieuwe Venlosche Courant, 17 november 1938.
-13. J. Charité, Biografisch woordenboek van Nederland (Den Haag 1979) 180.
-14. Anon., 'De nieuwe missie-actie in Limburg', De Nieuwe Koerier, 7 september 1936.
-15. Anon., 'Het bisdom Roermond', Limburger Koerier, 23 mei 1936.
-16. [F.J. Feron], Stella Duce 1 (1936/37) 53.
-17. F.J. Feron, 'Resultaten', Stella Duce 2 (1938) 4.
-18. F.J. Feron, 'Een nieuw jaar', Stella Duce 2 (1938) 3.
-19. Anon., 'Bunte Missionspost', Steyler Missionsbote 66 (1938/39) 83.
-20. [F.J. Feron], 'Onze missie', Stella Duce 1 (1936/37) 4.
-21. J. Calbrecht, De missie en het lager onderwijs (Leuven 1921) 29.
-22. Anon., 'Een nieuw Missie-actie-plan', Limburgsch Dagblad, 23 mei 1936.
-23. [F.J. Feron], 'Missiefeesten', Stella Duce 1 (1936/37) 21.
-24. Anon., Priester en missie (Roermond 1939) 219.
-25. Ibidem.
-26. Anon., 'Een nieuw Missie-actie-plan', Limburgsch Dagblad, 23 mei 1936.
-27. [F.J. Feron], 'Tsingtao', Stella Duce 1 (1936/37) 19.
-28. Ibidem, 28.
-29. De la Haye 579.
-30. F.J. Feron, 'Naschrift', Stella Duce 1 (1936/37) 53.
-31. Anon., 'Een reuzenwerk', Nieuwe Zeeuwsche Courant, 9 mei 1914.
-32. K. Streit, 'Mission und Kartographie', Zeitschrift für Missionswissenschaft 20 (1930) 280.
-33. Streit 278.
-34. H. Emmerich, Atlas Societatis Verbi Divini (Mödling bei Wien 1952).
-35. De waarschijnlijk door Streit gebruikte Duitse bronkaart uit 1909 (Karte von Tschili und Shantung, 1:200.000) was inderdaad niet nauwkeurig want 'mit flüchtige Aufnahmemethoden' en 'mit wenig Personal' opgemeten; zie M. Groll, Petermanns Mitteilungen 55 (1909) 204.
-36. Streit 279.
-37. [F.J. Feron], 'Onze missie', Stella Duce 1 (1936/37) 5.
-38. Anon., Missie en school (Voorschoten 1940²) 3.
-39. Misschien dat het antwoord te vinden is in de correspondentie van Feron in het Bisschoppelijk Archief Roermond, maar deze is nog ongeordend en niet openbaar.
-40. A. Freitag, Glaubenssaat in Blut und Tränen (Kaldenkirchen 1948) 66.
-41. Freitag 63.
-42. Anon., 'Tsingtao', De Katholieke Missiën 70 (1949/50) 12.
-43. Derix XIV.
-44. K. Weber, 'Van onze missie', Stella Duce 2 (1938) 30.


homepage
De Wereld aan de Wand
foto-overzicht
Collectie De Wereld aan de Wand
informatie
(school)wandkaarten
Publicaties